Inspectierapporten GG&GD

Een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau in Nederland moet aan minimale kwaliteitseisen voldoen. De voorziening moet veilig en geschikt zijn om kinderen op te vangen. Een voorziening voor kinderopvang moet volgens de wet ieder jaar geïnspecteerd worden, ter controle van de wettelijke kwaliteitseisen. De gemeente houdt daarom toezicht en handhaaft waar nodig en draagt zo bij aan de kwaliteit van de kinderopvang. De reguliere inspecties volgen een vaste volgorde van onderwerpen, te vinden in de toetsingskaders. Van elk onderzoek wordt een rapport opgemaakt, waar de eigenaar een reactie op kan geven. Na vaststelling wordt het rapport openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang.

• Inspectierapport Olleke Bolleke 09 juni 2011
  
• Inspectierapport Olleke Bolleke 28 mei 2010
• Inspectierapport MikMak Mini en MikMakkertjes, nader onderzoek 22-2-2011 na last onder dwangsom 02 maart 2011
• Inspectierapport MikMak Mini en MikMakkertjes, Nader onderzoeksrapport na voornemen last onder dwangsom, 02 maart 2011
• Inspectierapport MikMak Mini en MikMakkertjes, nader onderzoeksrapport 21 januari 2011
• Inspectierapport MikMak Mini en MikMakkertjes, nader onderzoek 21 oktober 2010
• Inspectierapport MikMak Mini en MikMakertjes 21 juli 2010 

Nader onderzoek
Als er een overtreding is geconstateerd, kan een hersteltermijn worden opgelegd. Na de hersteltermijn wordt nogmaals een onderzoek uitgevoerd. Dit nader onderzoek is altijd onaangekondigd. De hersteltermijn voor de verschillende overtredingen is in het afwegingsmodel handhaving (pdf 0,83Mb) terug te vinden.

Incidenteel onderzoek
Een incidenteel onderzoek vindt plaats naar aanleiding van klachten of signalen. Na klachten kan de GG&GD besluiten een onderzoek in te stellen. De toezichthouder kan bellen met de ondernemer of besluiten om onaangekondigd langs te gaan en met eigen ogen te zien wat er aan de hand is.